Tuinboon: nu al buiten zaaien

De tuinboon is één van de eerste zaailingen die je nu al (februari) in de volle grond kan zaaien. Helemaal als je ze eerst al binnen kort hebt opgekweekt. Het goede nieuws is dat ze het ook goed doen in een pot op je balkon! In maart komen ze al boven de grond en in mei kan je al genieten van de eerste geurende bloemen. Rond juni valt de oogst en daarna is er dus nog ruim kans om andere planten te zaaien/planten in de potten. Verder zijn ze makkelijk, veelzijdig en boordevol met voedingswaarde.

Tuinbonen telen

De tuinboon doet het goed in verschillende grondsoorten. Ook armere gronden zijn geschikt. Voor in een pot gebruik je het beste potgrond vermengd met zandgrond. Van medio februari tot april begin je met zaaien. Later kan ook, maar houd er rekening mee dat tuinbonen koelte verkiezen voor een vlotte groei en probleemloze oogst. Zaai op ongeveer 10 cm van elkaar zo’n 3 cm diep. In een grote pot kan je wel 10 bonen zaaien. Na 2 weken komen de eerste plantjes al boven de grond. Er is een keuze tussen lage en hoge rassen. De hoge rassen hebben steun nodig van bijvoorbeeld een bamboestok. En wees gerust; de jonge planten kunnen goed tegen de vorst. Het kan zijn dat ze dan slap vallen, maar de kans is groot dat ze na een paar uur weer vier overeind staan.

Het enige nadeel van tuinbonen kweken in een pot is dat deze meer bevattelijk zijn voor de zwarte luis. Om aantasting te voorkomen haal je de jonge toppen uit de planten wanneer ze volledig bloeien (zowel bloemen als toppen eetbaar). Dit zorgt tegelijk voor een snellere en betere vruchtbezetting. Ook is het belangrijk ervoor te zorgen dat de planten niet te nat blijven.

Oogsten van tuinbonen

De ‘klassieke’ oogst is wanneer de peulen dik aanvoelen en dan dop je de jonge, verse bonen binnenin. Je kookt ze 10 minuten en verwerkt de bonen in roerbakgerechten, soepen of bonenschotels. Minder bekend is de oogst van de jonge, sappige toppen en blad. In Italië vormen deze tuinboontoppen een populaire voorjaarsgroente. Even roerbakken met een beetje knoflook en olijfolie en je hebt een bijzonder gerecht. De Fransen eten de jonge peultjes als ze 5 tot 7 cm groot zijn (mangetout-boontjes). Deze kook je in zijn geheel en zitten vol intens tuinbonenaroma.
Wil je het hele jaar van de bonen kunnen genieten, laat de peulen dan volledig uitgroeien en drogen aan de plant tot in augustus. Het doppen vraagt een beetje geduld, maar de oogst is jarenlang houdbaar.

Hoe dan ook; mooi groen, (eetbare)bloemen met zoete geur, lekkere gezonde oogst!