Er is een grens tussen de natuur en je tuin. In de natuur groeit en bloeit flora en fauna naar eigen inzicht en in je tuin probeer je al het groen als tuinier naar eigen inzicht te sturen. Sommige planten bestrijd je fanatiek, terwijl je anderen juist voortrekt of introduceert. En als je een rotstuin of een vijver aanlegt vorm je zelfs een hele nieuwe habitat die van uiteraard nature niet in jouw tuin aanwezig was.
De natuurtuin is een mooie middenweg. In een natuurtuin probeer je de scheiding zo veel mogelijk te vermijden maar dat klinkt eenvoudiger dan het is. Ook in een natuurtuin wil je uiteraard niet dat er na drie jaar alleen nog maar brandnetels en paardenbloemen staan. Een mooie tussenstap om te ontdekken of je het wat vind is om wilde planten in je tuin te zetten.
Inheemse, wilde planten hebben veel voordelen. In de eerste plaats hebben ze laten zien dat ze het in Nederland op eigen houtje kunnen redden. De kans dat ze in de winter doodvriezen of in de winter verdrogen is dus erg klein. Die luxe hoef je van een bananenboom of passiebloem niet te verwachten.
Daarnaast hebben inheemse planten ‘geleerd’ om in verhouding tot de inheemse fauna te staan. Ze zijn dus redelijk gewapend tegen slakken, kevertjes en ander tuig, terwijl ze meestal ook een vruchtbare relatie hebben opgebouwd met ten minste één soort bij of vlinder. Uiteraard is dat een kwestie van “Darwin in de praktijk”. Planten die dit kunstje niet beheersten worden opgevreten of niet bevrucht. De rest bleef over.
Er is ook een keerzijde. Planten die zich erg in je tuin thuis voelen kunnen in verbluffend tempo de boel overnemen. Heb je al eens geprobeerd om munt uit je tuin te halen? Even opletten wat je in huis haalt en naast welke andere planten je ze zet dus…
Nu zul je mij niet horen beweren dat alle inheemse planten mooi zijn. Brandnetels, zevenblad en berenklauw zijn in mijn tuin niet welkom, hoewel de laatste twee eigenlijk ingeburgerde exoten zijn. Maar als je eens rondsnuffelt op gespecialiseerde sites, zoals Cruydt-Hoeck vind je ongetwijfeld iets van je gading. Inspiratie kan je ook opdoen door in de file of op de fiets naar de berm te kijken. Doorgaans staan daar plantjes en groen dat niet spontaan is komen aanwaaien. En voordat je ideeen krijgt: het niet toegestaan om interessante planten uit de berm mee te nemen om in je eigen tuin te zetten, vooral als het een beschermde soort betreft.
Een bijzondere categorie wordt gevormd door planten van de ‘rode lijst’. Dat zijn planten die in het wild worden bedreigd met uitsterven. Door deze in je tuin te zetten kan je een steentje bijdragen aan het behoud van deze soorten. Zaden zijn vaak beter verkrijgbaar dan planten, bijvoorbeeld via Morgenster of via de natuurliefhebbers van de vereniging voor veldbiologie. Voor het geld kan je het niet laten. Bedenk je wel dat rode lijsters vaak niet voor niets bedreigd zijn. Ze zijn soms kieskeurig over hun standplaats, de zaden ontkiemen moeilijk of laten zich alleen door een soort insect bestuiven. Een tijdje terug las ik over witte kievietsbloemen, inheems in Drenthe. De zaden van deze bloem ontkiemen pas na een paar jaar en dan ook nog alleen als de grond af en toe overstroomt. Dat is toch vragen om problemen? Maar laat dat je vooral niet afschrikken.
Zeker ook het vermelden waard zijn verwilderende bloembollen, bijvoorbeeld verkrijgbaar bij De Keltenhof. Hoewel dit niet zonder meer inheemse soorten zijn, zijn het wel soorten waar je ‘niks’ aan hoeft te doen. Langzaam maar zeker verspreiden ze zich door je tuin. Dat is andere koek dan het gedoe met dahlia’s die je na de bloei moet opspitten en goed moet bewaren. Gewoon in de grond laten zitten en wachten tot ze volgend jaar weer opkomen. Een kind kan de was doen.
Probeer het eens. Een beetje wild doet goed. Wilde planten zijn een mooie en makkelijke aanvulling in je tuin of op het balkon. Zoals Lou Reed al jaren roept: “hey babe, take a walk on the wild side”.
foto’s: Kievietsbloemen: ekenitr via Flickr; Kleine ijsvogelvlinder: Fabio Bruna via Flickr
Rob zegt
Voor een deel had deze post ook ‘Onkruid in je tuin’ kunnen heten. In Nederland bestaat prachtig onkruid zoals de boterbloem, witte dovenetel, vingerhoedskruid en het fluitenkruid dat je kan gebruiken voor biologisch evenwicht en wat zich makkelijk laat onderhouden (en dat er ook nog eens mooi uitziet). Er zijn vele handige determinatieboekjes verkrijgbaar over onkruid in de tuin zodat je gebruik leert maken van de cadeautjes die moeder natuur je geeft. Veel van dit onkruid zijn eveneens ‘wilde planten’.
Michaël Bakker zegt
Onkruid bestaat niet, het zijn allemaal inheemse flora waarvan je net als elk ander soort plant kan beslissen of je hem verplaatst of laat staan! Bijv. een zelf-uitzaaiende plant (gekocht in het tuincentrum) staat het volgend jaar op een totaal andere plek in je tuin, is dit op dat moment ook “onkruid’dan?
Olaf Verheij zegt
Beste Michaël,
Om op je laatste vraag in te gaan: ja, wat mij betreft wel. Althans, als die plant opduikt op een plek waar je hem niet wilt hebben. Om een voorbeeld te geven: aan een kant hebben wij een afrastering die is dichtgegroeid met klassieke klimop. Sterk spul, met als bonus dat het nu (eind september) nog eens begint met bloeien. Dat eerste is ook de keerzijde: het is zulk sterk spul dat de klimop, als ik hem zijn gang laat gaan, moeiteloos de border, het gazon en de pergola overneemt. Zowel door uitbreiding (via wortels en takken) als door uitzaaien. Naar mijn idee wordt de klimop dan dus opdringerig onkruid.
Olaf Verheij zegt
Beste Rob,
Bedankt voor je commentaar. Je opmerking over onkruid is ‘spot on’. Uiteindelijk is de grens tussen wilde planten en onkruid volkomen arbitrair. Bijna iedereen vindt zevenblad onkruid, bijna niemand vindt dat van de brede wespenorchis. Daartussen is alles vaag. Misschien is het enige interessante of de plant in kwestie welkom is in je tuin. En uiteraard zal een beperkte neiging om alles te overwoekeren, bijdragen aan onze neiging een plant welkom te heten.
Olaf
Michaël Bakker zegt
Op mijn blog http://www.tuinenstruinen.com heb ik de technische kant van de Naturalistische of ecologische in een kort te volgen gids omschreven; http://tuinenstruinen.wordpress.com/2013/09/22/go-wild-een-gids-voor-het-maken-van-een-natuurlijke-tuin/
Mw M. P. zegt
Ik heb in mijn voortuin, naast vaste planten, een heleboel bloemen die verwilderen bijna het hele jaar door. Zoals sneeuwklokjes, blauwe druifjes, vergeet-mij-nietjes, tulpen, kievitbloemen anemonen gele en rode klaprozen, lampionplantjes, vingerhoedskruid, goudsbloemen, lelietjes-van-Dalen, hyacinten, narcissen. Erg gezellig. Zo heb je bijna het hele jaar bloemen of noem dit dan onkruid omdat deze door mijn hele tuin zwerven.
Philip zegt
De definitie van onkruid is makkelijk: een plant die groeit op een plek waar deze niet gewenst is.
De natuur is heel makkelijk, en een beetje dwangmatig. Daar waar een stukje grond braak is, hoe klein dan ook daar moet en zal ‘iets’ groeien. Dat is onder sndere de kunst van een goed tuinontwerp, dit kun je als nadeel zien, maar je kunt dit ook in je voordeel omdraaien.
Hoewel ik zelf geen zevenblad in mijn tuin durf te zetten, is het evengoed een geweldige drachtplant, en de ultieme bodembedekker, die ook nog eens vele toepassingen kent.