Een van de lastigste problemen bij het ontwerpen van je tuin is om ervoor te zorgen dat er elk jaargetij iets te beleven is. Hoewel het lastig echt helemaal op te lossen is, is het niet nodig dat je tuin een deel van het jaar even spannend is als een TV op stand by. Om je op weg te helpen treden we in de voetsporen van Antonio Vivaldi en richten we ons op de Vier Jaargetijden.
Na deel 1 over de herfst , gaan we logischerwijs verder met de winter ennegen tips om je tuin of balkon op te leuken in de grauwe, saaie, lange winter die ons te wachten staat
De tuin niet winterklaar maken.
Veel tuiniers hebben de neiging om zodra de vorst zich aankondigt, de tuin “winterklaar” te maken. Dit begrip is geïntroduceerd door het legendarische Haagse duo Jacobse en Van Es (“Samen voor ons eigeh”). Deze vrije jongens pakten het wel heel voortvarend aan, inclusief het strooien van neutronenkorrels tegen scheurgras. Veel mensen beperken zich tot het wegsnoeien van alle vaste planten die nog boven de grond uit steken. Driewerf zonde. Ten eerste ontdoe je hier mee de (nieuwe) plant en (nuttige) beestjes van enige bescherming tegen sneeuw, ijs en vorst. Beide vriezen dan makkelijker dood. Ten tweede bieden veel afgestorven planten, zeker voorzien van een laag sneeuw of rijp, een mooi uitzicht als jij binnen bij de kachel zit. Bijvoorbeeld astilbes of sedum. En niet in de laatste plaats: je werkt je nodeloos in het zweet. Dat wat er in het voorjaar nog over is, laat zich dan veel makkelijker verwijderen. Beter van niet dus. We hebben wel een paar andere dingen die je moet doen voor de vorst, en eventuele andere pleuris, losbreekt.
Tuinbeeld
Een slim geplaatst beeld kan er voor zorgen dat je altijd iets hebt om naar te kijken. Het Rijksmuseum heeft dat goed begrepen en de tuin voorzien van een paar fraaie beelden van Henri Moore. De kans bestaat dat jij net als wij geen oneindig budget en dito tuin hebt. Gelukkig zijn er dan ook mogelijkheden. Het makkelijkst is hetom naar het tuincentrum te gaan en daar iets uit te zoeken. Tegenwoordig hoeft het al lang geen sneeuwruimende tuinkabouter meer te zijn. Al kan dat wel nog steeds, eventueel noem je het gewoon ‘camp’.
Er zijn ook min of meer gespecialiseerde winkels of kunstenaars. Met een beetje zoeken op Google vind je zonder twijfel iets wat bij jouw smaak en budget past. Nog makkelijker (?) is het om zelf iets te maken, bijvoorbeeld in een workshop van de volksuniversiteit. Of je gaat klussen met autobanden. Eigenlijk zijn er maar een paar criteria: jij moet het mooi vinden en het beeld moet er tegen kunnen om het hele jaar buiten te staan. Let er vooral op dat er geen water in blijft staan, waardoor je beeld bij vorst in stukken vriest. Denk er ook aan dat sommige materialen verweren, met name beton is een geschikte ondergrond voor algen en mos. Maar dat kan je natuurlijk ook gewoon heel mooi vinden. Wat je verder nodig hebt is een mooi plekje. Bij voorkeur een waarop je het kan zien als je binnen zit, of waar je elke dag langs loopt.
Sneeuwklokjes.
Wie kent ze niet: de dappere dodo onder de bolletjes die zich niet door sneeuw en vorst uit het veld laten slaan. Die dus. Vrij gewoon plantje, zou je zeggen, behalve de bloeitijd. Toch is er veel ongewoons aan deze bolletjes. Wat je misschien verbaast is dat er nogal veel soorten en cultivars zijn. En wat mij nog meer verbaasde: sneeuwklokjes hebben een fanschare waar Justin Bieber (nog) van mag dromen. Om maar te zwijgen van de over-overtreffende trap: de sneeuwklokjesreis. Ik heb zelfs wel eens gelezen over mensen die gewilde ondersoorten uit andermans tuin jatten.
Blijkbaar maakt dit plantje wel heel heftige gevoelens los bij de medemens. Sneeuwklokjes zijn geen bijzonder ingewikkelde planten, met één belangrijke MAAR. Ze drogen heel makkelijk uit. Beter dan bolletjes in een zakje te kopen is het dus om ze “in het groen” te kopen. Dus in een potje met loof (en eventueel bloemen) er aan. Als het sneeuwklokje zich thuis voelt, gaat hij zijn eigen weg. Om niet te zeggen: hij kan woekeren. In de tuin van mijn broer hebben de sneeuwklokjes inmiddels de zandbak van de kinderen gekoloniseerd. In mijn tuin houden ze het gewoon bij het gazon.
Kornoeljes met gekleurde takken.
Deze struiken hebben als wonderlijke eigenschap dat de –vooral jonge- takken er uit zien of de winterschilder bezig is geweest. Leverbaar in verschillende tinten rood of geel. Om je winterkleur op peil te houden is het aan te raden om jaarlijks de stammen bij de grond af te snoeien. Zelf laat ik altijd een paar takken staan, anders word dat deel van mijn tuin zo kaal. Als bonus krijg ik daardoor ook bloemen, waaruit weer bessen groeien.
En daar komen ’s winters allerlei vogels op af. Opgelet: zowel de rode als de gele takken komen voor bij verschillende soorten uit het geslacht “cornus”. Waarbij rode takken doorgaans voorkomen bij de “conus alba” oftewel witte kornoelje. Wit verwijst naar de kleur van de bloemen. Gele takken komen bijvoorbeeld voor bij de cornus sericea ‘flaviramea’. Struiken die als “gele kornoelje” worden verkocht, hebben gele bloemen maar gewoon groen/bruine takken.
Wintergroene struiken.
Allerlei struiken blijven geheel of een beetje groen in de winter. Daarmee kan je dus redelijk structuur aanbrengen in je tuin. Sommigen, zoals hulst, hebben als bonus ook nog gekleurde bessen in de aanbieding. Althans, tot de vogels ze opeten. Andere makkelijke opties zijn liguster, laurierstruik, taxus en de onvermijdelijke buxus. Een conifeer of dennenboom doet het op dit vlak ook goed. Al ben ik zelf niet zo dol op de uitstraling van een begraafplaats die je er vaak mee oproept. Het zal wel aan mij liggen. Let in ieder geval goed op: vrij veel coniferen (en ook van die mooie cipressen uit Toscane) zijn serieuze bomen die hoog en breed worden. Snoeien kan wel, maar het blijft er uit zien als een geamputeerde boom.
Kerstroos.
Ik bedoel de Helleborus Niger of Helleborus Orientalis, niet te verwarren met die kamerplant met absurd grote rode bladeren, die ook wel kerstster genoemd wordt. Beide planten zijn niet verwant. Goed, “mijn” kerstroos is een vaste plant die in de loop van de winter bloeit. Er zijn planten leverbaar in vele, waaronder wat vreemde, kleuren. Groen, donker paars, maar ook gewoon wit. Soms zijn de bloemen voorzien van stippeltjes, zoals veel orchideeën.
Niet alleen bloeit de plant belachelijk vroeg (hoewel kerst echt overdreven is), hij bloeit ook ontzettend lang, van januari tot en met april is geen probleem, soms nog langer. Oude bladeren worden lelijk, die moet je gewoon wegknippen. Verder doet hij niet moeilijk, een plekje in schaduw is goed genoeg, maar een zonnetje mag ook. Hoe meer mest je hem voert, hoe meer hij bloeit. Wat oudere exemplaren bloeien ook meer dan jonkies.
Winterjasmijn.
Deze klimmer komt oorspronkelijk uit het Chinees middelgebergte en kan dus wel een stootje hebben. Zoals de naam al suggereert, slaagt hij er in om ’s winters te bloeien. Vrij kleine, gele bloemetjes. Als het stevig vriest gaan de bloemen slap hangen, maar als het een beetje mee zit herstellen die zich gewoon. Met een beetje hulp groeit hij langzaam maar zeker je pergola, trellis of hek vol. Daarop kan je hem aardig combineren met een klimmer die juist in de zomer bloeit. Dat is twee keer lol van dezelfde meter.
Vogels.
Weinig is zo vermakelijk als een tuin vol vogels die zich verdringen rond het voer. Met veel kan je de gevederde vriendjes al gelukkig maken: een appelklokhuis of beurse appel, broodkruimels, pinda’s, pindakaas. Wat niet eigenlijk? Bijvoorbeeld via de vogelbescherming kan je allerlei gespecialiseerd voer kopen. Bij goedkoop voer was afgelopen winter ineens een groot probleem dat er misschien ambrosia in zit.
Dat is een invasieve plant waar niet iedereen even goed op reageert. Er zijn ook allerlei constructies te koop die grotere, minder populaire vogels (eksters, kauwen, Vlaamse gaaien etc) uit het voerhuisje moeten houden. Je kan natuurlijk ook zelf gaas om je voerhuisje timmeren. Denk wel even na hoe je voer kan bijvullen en het huisje kan schoonmaken.
Bereid je voor.
Denk -bijvoorbeeld op de lange winteravonden- nog eens goed na over wat je volgend jaar in je tuin zou willen veranderen, proberen of juist herhalen. Snuffel in catalogi en/of op internet rond om te kijken welke trends het helemaal gaan maken in het nieuwe jaar. En eventueel: start vast de onderhandelingen met je partner over het benodigde budget. Genoeg te doen dus om zelfs in de winter veel plezier van je tuin te hebben!
Carlijn zegt
Wat een leuke en inspirerende website! Zelf na jaren wachten nu eindelijk weer een huis met een tuin. Nu brainstormen en bedenken wat we ermee willen, en hoe we dat gaan doen. Ik denk dat ik hier nog vaak terugkom!