Het ontwerpen van een tuin bestaat (onder andere) uit het maken van geslaagde combinaties van planten. Meestal kijken we daarbij naar hoe ze bij elkaar staan, dus combinaties van bloemkleur en bladvorm. Soms kijken we ook naar opvolging, bijvoorbeeld op een plek eerst voorjaarsbollen en daarna een vaste plant laten groeien.
Een fascinerende manier van combineren is het samenstellen van groepen planten die elkaar versterken. Ook wel” Companion Planting” genoemd in het Engels. Het is een aardig trucje van Moeder Natuur dat sommige planten elkaar helpen. Soms is dat eenzijdig – de een helpt de ander-, maar vaak hebben beide soorten er baat bij. Dit verschijnsel is een van de uitgangspunten van permacultuur, de stroming die zich richt op een harmonisch evenwicht tussen mens en natuur. Tuinieren in samenwerking met de natuur dus.
Twee absolute klassieke combinaties zijn de volgende:
Tomaat en basilicum. Het aardige van deze combinatie is dat de planten elkaar helpen met groeien, en de smaak van de vrucht respectievelijk het blad versterken. Anderzijds is het natuurlijk ook na de oogst een geweldige combinatie. Al dan niet met mozzarella, olie en balsamico. En iets lekkers van de barbecue.
Tomaten worden ook ondersteund door goudsbloemen erbij te planten. Of het ook effect heeft om er een ménage a trois van te maken, hoor ik graag van iemand die daar ervaring mee heeft.
Rozen en afrikaantjes. Rozen kunnen makkelijk last krijgen van ´wortelaaltjes’, microscopische beestjes die de wortels aanvreten. De aaltjes kunnen je roos hier mee om zeep helpen. Dit proberen de aaltjes ook bij de afrikaantjes, maar die zijn gewapend. Via de wortels geven ze stoffen af die via een ingewikkeld proces de aaltjes de nek om draaien. De esthetische combinatie van rozen en afrikaantjes is volgens velen minder geslaagd dan de biologische. In een van mijn plantenboeken las ik nogal pragmatische voorstel om uit een van beide planten de bloemen te knippen.
Overigens tasten die aaltjes ook de wortels van andere planten zoals aardbeien, aan. Ook daarbij kunnen afrikaantjes dus tot betere resultaten leiden.
In deze voorbeelden valt mij op dat in beide gevallen slakken het fijn hebben: die zijn dol op afrikaantjes en op basilicum. Lees dus vooral nog even de tips terug over slakkenbestrijding en de natuurlijke vijanden van slakken.
Voor een uitgebreid overzicht andere combinaties verwijs ik graag naar de site van permacultuur Nederland. Die mensen hebben er echt uitgebreid studie van gemaakt.
Combinatieleer in de moestuin
Het verbaast misschien niet dat de combinatieleer zich vooral toespitst op de moestuin. Juist daar gaat het vooral om een maximale opbrengst.In de moestuin zijn vier werkingsprincipes terug te vinden voor complementaire planten:
- De helpende plant legt voorraden voedingsstoffen vast in de grond, en laat andere planten daar van meeprofiteren. Vooral stikstof (afkomstig uit de lucht) is hierbij populair.
- De helpende plant verdrijft schadelijke insecten.
- De helpende plant trekt behulpzame insecten (of andere helpers) aan.
- De helpende plant trekt schadelijke insecten aan, en wel in zo’n mate dat ze andere planten met rust laten. Taking one for the team dus.
Naast deze principes heb je ook combinaties waarbij de ene plant de ander gebruikt om op of van te leven. Dan is er sprake van (half)parasieten.
In het geval van nummer 4 “opoffering” moet je opletten, want als de opgeofferde plant afgestorven is, kunnen de massaal aangetrokken lastposten zich alsnog storten op de planten die je juist wilde beschermen.
De siertuin
Gelukkig zijn er ook toepassingen in de “gewone” siertuin, vooral als je niet te strikt in de leer bent. Afrikaantjes blijken het overal goed te doen en zijn ook nog een supermakkelijk te kweken uit zaad. Andere opties voor de siertuin zijn:
Dille. In feite een keukenkruid, maar ook gewoon een mooie plant met fijne blaadjes en dito bloempjes. Gunstig bij-effect is dat esthetisch minder geslaagde combinaties worden gecamoufleerd. Ook nog eens vrij populair onder bijen.
Oostindische kers. Deze makkelijke eenjarige is een ware luizenmagneet en houdt daarmee andere planten uit de wind. Opvallend genoeg bloeit hij beter als hij op arme grond staat, anders worden de bladeren groter. Zowel blad als bloem zijn eetbaar ze smaken scherp als radijs. Hoewel eenjarig is een keer zaaien voldoende: ze zaaien zich zo makkelijk uit dat het een opgave is om ze weer kwijt te raken.
Duizendblad. Deze veelvoorkomende plant (staat ook veel in wegbermen) heeft een vitaliserende werking op bijna alle andere planten. Net als dille is deze zomerbloeier geliefd bij bijen.
bron poster: Afristar foundation